De huidige staatssecretaris van Sociale Zaken, Paul de Krom (VVD), schendt bij zijn pogingen om per 1 januari 2012 in de Nederlandse wet nog meer mogelijkheden te creëren om werklozen dwangarbeid op te leggen dan reeds in 2004 door zijn voorganger op deze post Mark Rutte was gedaan, niet alleen internationale verdragen, maar lapt ook de waarschuwing aan zijn adres van de Raad van State aan zijn laars.
De huidige staatssecretaris op het departement van Sociale Zaken, Paul de Krom (VVD), staat op voet van oorlog met de ILO, de International Labour Organisation, de in Genève gevestigde organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met arbeidsvraagstukken en de totstandkoming en naleving van internationaal erkende arbeidsrechten.
Werd de Nederlandse staatssecretaris eerder dit jaar al door de ILO op zijn vingers getikt inzake de nieuwe arbeidsongeschiktheidswet WIA, waartoe hij de toegang, in strijd met het – ook door Nederland geratificeerde – ILO-verdrag 121, ontzegt aan iedere arbeidsongeschikte wiens arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt, zijn wetsvoorstel om mensen in de bijstand – in nog ruimere mate dan nu reeds het geval is (zie onder) - gedwongen tewerk te stellen als tegenprestatie voor hun uitkering is, behalve met andere internationale mensenrechtenverdragen met directe werking als het EVRM, flagrant in strijd met de ILO-verdragen tegen gedwongen arbeid (de ILO-conventies 29 en 105, uit resp. 1930 en 1957).
Opvallend is dat zelfs de als zeer gouvernementeel bekend staande Raad van State De Krom in haar advies waarschuwt dat 'verschillende aspecten van de voorgestelde regeling deze kwetsbaar maken in het licht van deze bepalingen'. Kritiek die De Krom meent te kunnen pareren door te stellen dat de voorgestelde 'vormen van gedwongen arbeid' een 'nieuwe burgerlijke verplichting' behelzen, die zou vallen onder de 'normale burgerplichten' waarvoor ILO-verdrag 29 (en art. 4 EVRM) een uitzondering maken en daarom geen 'gedwongen arbeid' zouden zijn. Een 'nieuwe burgerlijke verplichting' is echter per definitie iets anders dan een 'normale burgerplicht' die immers niet net nieuw bedacht is. Ook van het verplicht verrichten van onbetaalde arbeid valt moeilijk vol te houden dat het een 'normale burgerplicht' is. Waar van werk sprake is, komt immers het arbeidsrecht om de hoek kijken.
Veelzeggend is ook dat sinds de aanvang van de gedwongen tewerkstelling in de moderne Nederlandse sociale zekerheid ten tijde van de door toenmalig staatssecretaris Mark Rutte (ook VVD) geïntroduceerde Wet Werk en Bijstand in 2004 - als opvolger van de Algemene Bijstandswet, die nog slechts een sollicitatieplicht kende - vaak gebruik gemaakt wordt van zogeheten Work First-trajecten, een procedure waarbij men werklozen verplicht laat werken voor hun uitkering, en die door beleidsambtenaren is afgekeken van de Amerikaanse staat Wisconsin. Daarbij heeft men zich in zijn arbeidsenthousiasme niet gerealiseerd dat de VS een van de weinige landen is (9 van de 183 ILO-leden) die de verdragen van deze organisatie aangaande de afschaffing van gedwongen arbeid niet hebben geratificeerd. In staten waar dit wel het geval, zoals Nederland, is alleen al het met de Work First-trajecten beoogde doel van het bijbrengen van 'arbeidsdiscipline' van werklozen met dit middel op grond van artikel 1c van ILO-verdrag 105 expliciet verboden.
De woordvoerder van de staatssecretaris laat overigens desgevraagd weten dat (per 1 januari 2012) 'de Work First-trajecten gewoon blijven bestaan' en dat 'dit los staat van de nieuwe aanscherpingen in de Wwb'. Paul de Krom wordt dus staatssecretaris van nog meer dwangarbeid.
Louis van Overbeek is freelance publicist.