Hier kun je discussieren over Enige bedenkingen over Syrië....
Enige bedenkingen over Syrië….
door Leila Al Shami
In 2011 kwam het Syrische volk massaal in opstand om het einde van het regime te eisen. Deze opstand maakte deel uit van een transnationale opstand die de hele regio overspoelde. Het was een spontane volksopstand, die ontstond in de achtergebleven rurale en stedelijke gebieden. Het was een antwoord op decennia van dictatuur, op een repressieve politiestaat, een maffieuze elite en de neoliberale politiek van het Baath-regime dat grote delen van de bevolking verarmd had.
Het was een beweging zonder leiders die mensen van verschillende klassen, etnieën en religies verenigde. Jonge mannen en vrouwen organiseerden zich horizontaal in comités die in steden en dorpen over heel het land ontsprongen om de protesten en campagnes van burgerlijke ongehoorzaamheid te coördineren en hulp te bieden aan belegerde of gebombardeerde gemeenschappen. De activisten in de comités werkten om de eisen van de revolutie over heel het land te coördineren: voor de val van het regime en een overgang naar een democratische, niet-sectarische, civiele staat. In de loop van de tijd, tegenover de groeiende en brutale staatsrepressie, bewapenden de mensen zichzelf en organiseerden zich in volksmilities om de manifestanten en hun gemeenschappen te verdedigen. Tegen 2012 was er een volledige militaire strijd tussen enerzijds een veelheid van volksmilities die los gegroepeerd waren onder de noemer het 'Vrije Leger' en, anderzijds, de staat.
In Syrië vond de meest diepgaande revolutie van alle landen van de 'Arabische Lente' plaats. Tegen het midden van 2012 had de staat de controle over meer dan de helft van het land verloren. In de bevrijde gebieden en in de nieuw gecreëerde autonome zones, werden lokale raden (gebaseerd op de visie van de anarchist Omar Aziz) opgericht om het openbare leven te regelen, te zorgen voor basisdiensten zoals onderwijs en watervoorziening, zelfs voor het kweken van het eigen voedsel. En door deze raden en comités beheerden de mensen in de bevrijde gebieden de volgende vier jaren hun eigen zaken en gaven op de meest creatieve en praktische wijzen blijk van communautaire solidariteit. Deze experimenten in autonome zelforganisatie werden misschien meer door noodzaak dan door ideologie gedreven, maar ze waren het bewijs van een belangrijke sociale verandering die de sociale relaties hertekende, weg van deze gebaseerd op hiërarchie en dominatie naar de empowerment van individuen en gemeenschappen. De energie die de revolutie losmaakte, leidde tot het ontstaan van honderden civiele organisaties en campagnes en de bloei van een lang onderdrukte cultuur (in de kunsten, en in het kritische debat).
Maar, zoals elders in de regio, was de contrarevolutie heel sterk. Assad gebruikte ballistische raketten, chemische wapens en vatenbommen, die vooral gericht worden op de civiele bevolking in de bevrijde gebieden. Tegen het begin van 2015 waren 210.000 mensen gedood, viermaal zoveel werden er gewond. Hele steden lagen in ruïnes, huizen, hospitaals, scholen en levensvoorzieningen vernietigd. Meer dan 150.000 mensen werd opgesloten in de kerkers van Assad, vooral burgeractivisten die zich geweldloos verzetten tegen het regime. Duizenden werden doodgefolterd. Meer dan de helft van de bevolking leeft niet meer in zijn eigen huis, werd ofwel verplaatst in eigen land of heeft het land verlaten als vluchteling. 65 per cent van de bevolking leeft in extreme armoede en 650.000 mensen zitten gevangen in belegerde gebieden (zoals het Yarmouk vluchtelingenkamp voor Palestijnen) waar ze de hongerdood riskeren – deel van de 'onderwerp u of sterf'-politiek van het regime.
Totalitaire en extremistische islamistische groepen zoals Daesh (de Islamitische Staat) werden sterker in de chaos en begonnen de bevrijde gebieden in te nemen, waarbij ze civiele revolutionairen en milities van het Vrije Leger in het vizier namen en afschuwelijke mishandelingen en sectarische aanvallen uitvoerden. Criminele bendes en oorlogsprofiteurs doken op. Syrië werd het slagveld van oorlogen bij volmacht, van rivaliteiten tussen soennieten en sjiieten, van buitenlandse interventies. Iraanse troepen en door Iran gesteunde sjiitische jihadistische milities bezetten nu delen van het land en ondersteunen het regime. Buitenlandse soennitische extremisten (inclusief Europese kolonialisten) vervoegen de horde van Daesh. Dit alles was dus de prijs voor onze vraag naar vrijheid.
Niets van wat er gebeurde in Syrië was onvermijdelijk. Degenen die het regime steunden maakten van in het begin hun intenties duidelijk, ze krabbelden het op de muren in heel Syrië: 'Al-Assad of we verbranden heel het land'. Terwijl Rusland en Iran onbeperkte economische en militaire steun gaven aan het regime om de oppositie neer te slaan, kreeg het democratische Vrije Syrische Leger weinig wapens of ondersteuning. Islamisten werden door Assad uit de gevangenis gelaten in 2011 (zij stelden zich aan het hoofd van de belangrijkste islamistische brigades) en kregen financiële en militaire steun, vooral van de Golfstaten. Zij kregen de overhand in de militaire strijd. Sectarisme werd zorgvuldig gevoed door het beleid en de politieke berekeningen van het regime, zoals het zenden van alawitische doodseskaders in soennietische woonwijken. De elite van de Syrische politieke oppositie in ballingschap werd gegijzeld door het Westen of de Golfstaten, en had sowieso ter plaatse geen enkele relevantie. Het ergste van al was dat de lokale Syrische revolutionairen achtergelaten en genegeerd werden, ook door het grootste deel van internationaal links die hen belasterden als zijnde idioten, barbaarse jihadisten of Westerse agenten.
Een uitzondering hierop waren de Syrische Koerden die internationale solidariteit verwierven voor de sociale revolutie die ze doorvoerden in Rojava en hun dappere strijd tegen de Daesh fascisten. Hoewel deze solidariteit enkel maar toegejuicht kan worden, blijft het toch moeilijk te begrijpen waarom er steun was voor de Syrische Koerden en niet voor de Arabieren, die eveneens experimenteerden met zelfbeheer en tegen Daesh streden (èn tegen het regime, een strijd waarvan de Koerden grotendeels bespaard bleven). De Syrische revolutionairen, zowel Arabieren als Koerden, erkennen het belang van een gezamelijke strijd voor vrijheid en tegen alle autoritarismen (de Koerdische YPG en het Vrije Syrische Leger sloegen de handen in elkaar om Daesh te bestrijden en er zijn vele civiele solidariteitscampagnes). Toch is enige voorzichtigheid geboden en moet een onderscheid gemaakt worden tussen steun voor het Koerdische volk en steun voor de PYD. De PYD blijft, ondanks haar verklaarde ideologische omkering naar het anarchisme, een heel autoritaire partij, die nu de controle heeft over alle wapens en hulp in Rojava, de enige partij die milities mag oprichten, in de regio's die ze controleert repressieve praktijken hanteert tegen Koerdische opposanten en de verplichte legerdienst invoert. De vraag moet dus zijn: hoe steunen we de experimenten in zelfbeheer en de verspreiding van libertaire idealen, retorisch verdedigd door de PYD, zonder een politieke partij die de macht wil centraliseren te versterken?
Het is moeilijk te eindigen met een positieve noot over Syrië. Veel van de oorspronkelijke revolutionairen werden vermoord, gevangen gezet of verlieten het land. Anderen, uitgeput, hebben de strijd opgegeven, of werden tot extremisme geduwd door de ontberingen die ze moesten doorstaan. Maar velen, zowel in Syrië als in ballingschap, gaan verder met hun werk voor vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Ik zou anarchisten willen aanmoedigen om zich met Syriërs te engageren en diegenen te steunen die nog altijd werken in de comités en de raden, om humanitaire initiatieven te steunen in Syrië en in de vluchtelingenkampen, en om vluchtelingen in hun eigen land in Europa of elders te steunen. Leer over wat er gebeurt en ga in tegen de propaganda en laster van de media en van die delen van links die apologeten zijn geworden van Assads genocide.
Wat in 2010 en 2011 over heel het Middenoosten en Noordafrika een moment van hoop leek, veranderde in een duistere periode van contrarevolutie. De regio explodeert in sectarische strijd en oorlog. Nu, meer dan ooit hebben activisten solidariteit en steun nodig om verder te strijden voor een betere toekomst.
Nvdv:
Bovenstaande is een situatieschets die de schrijfster een jaar geleden maakte voor een anarchistische bijeenkomst in Tunis, en daarna publiceerde op haar meer dan interessante blog: https://leilashami.wordpress.com/2015/03/31/some-thoughts-on-syria/
De situatie is uiteraard veranderd, in de zin dat de negatieve (autoritaire) tendenzen die Leila Al Shami aanhaalt nog versterkt zijn; de tekst blijft dus nog steeds actueel, haar oproep tot solidariteit dringender dan ooit.
Zopas verscheen het boek 'Burning Country: Syrians in Revolution and War', dat ze samen schreef met Robin Yassin-Kassab.
Meer info: https://leilashami.wordpress.com/
February 29, 2016 will go
February 29, 2016 will go down in history as the day #Aleppo told the world that #TheRevolutionContinues. #Syria, https://mobile.twitter.com/KenanRahmani/status/705036611843702784