Echec et mat
La poésie de la vie est toujours politique, car c'est la vie de la poésie...
Toutes les femmes, tous les hommes
Qui se ressemblent de trop
Sont le plus souvent, des rivales et des rivaux
Toutes les femmes, tous les hommes
Qui ne se ressemblent pas
Sont le plus souvent dans l'inimitié
Ce qui est différent de la rivalité
Ainsi donc, sur cette planète
Les rivalités sont aux manettes
Ainsi donc, sur cette sphère
L'adversité est notre repère
Tout le monde est patraque
Tout le monde se rate
Sur l'échiquier de la vie, pas de pat
Tous et toutes, échec et mat
Tout aurait pu être si simple
Tout le monde aurait pu se rencontrer
Tout le monde aurait pu se savourer
Tout le monde partout chez soi
Tout le monde avec un toit
Tout le monde avec moi
Mais, depuis l'école, et même avant
Dans nos têtes, l'on a mis des vilenies
L'on a fait de nous des savants
Aux relations sans aucune harmonie
Toutes nos paroles sont chipies
Tous nos faits médissent la vie
Tous nos actes sont partis
Nos existences jouent aux cartes
Dans les guerres, toutes sont tartes
En toutes choses, c'est la concurrence
Toujours se battre, partout, la violence
Ici, pas de paroles envieuses
De notre pauvre société mafieuse
Tout est à plaindre
Tout est à geindre
Tout est à feindre
Tout a été galvaudé
Tout a été truqué
Tout a été mélangé
Tout a été faisandé
Tout a été répété
Les mots ne sont plus à leur place
Et ainsi, les mots nous agacent
Le travail ne rend pas sympathique
Le travail c'est robotique
Le travail c'est comme un tic automatique
Le travail c'est mécanique
Le travail rend idiot
Le travail c'est pas beau
Toujours faire des travaux
Pour tout défaire aussitôt
Je ne risque ni ne crains vos jalousies
Car je ne suis qu'une sorte de clochard
Et j'invalide toutes vos calomnies
Je ne suis qu'un pauvre anar
Je suis le vilain petit canard
Plus rien ne sert à rien
C'est fini, c'est la fin
Patrice Faubert ( 1980) pouète, puète, peuète, paraphysicien, Pat dit l'invité sur "hiway.fr"
Alle vrouwen, alle mannen
_wie zich lijken zich van te veel
, Meestal zijn rivalen en rivalen
Alle vrouwen, alle mannen
Wie lijken zich niet
Zijn meestal in de vijandschap
Dat wat verschillend van de rivaliteit is
Aldus dus op deze planeet
De rivaliteit is aan de handels
Aldus dus op deze sfeer
De tegenspoed is ons merk
Iedereen is belabberd
Iedereen raté
Op het schaakbord van het leven, niet een pat
Iedereen en iedereen, schaakmat
Alles had zo eenvoudig kunnen zijn
Iedereen had kunnen zich ontmoeten
Iedereen had kunnen zich genieten van
Iedereen overal bij zichzelf
Iedereen met een dak
Iedereen met mij
Maar sinds de school, en zelfs voor
In onze hoofden, heeft men vilenies gezet
Men heeft van ons geleerden gedaan
Aan de betrekkingen zonder enige overeenstemming
Al onze woorden zijn chipies
Al onze feiten schandaliseren het leven
Al onze handelingen zijn vertrokken
Ons bestaan speelt aan de kaarten
In de oorlogen, zijn iedereen taarten
In alle dingen, is het de concurrentie
Nog steeds, overal, het geweld strijden
Hier niet venijnige woorden
Van onze arme maffiavennootschap
Alle is te beklagen
Alle is te kreunen
Alle is te veinzen
Alles werd verkwanseld
Alles werd vervalst
Alles werd gemengd
Alles faisandé
Alles werd herhaald
De woorden zijn niet meer aan hun plaats
En aldus, tarten de woorden ons
Het werk maakt niet sympathiek
Het werk is het robotica
Het werk is het als een automatische tic
Het werk is het machinaal
Het werk maakt idioot
Het werk is het niet mooi
Nog steeds werkzaamheden doen
Om alles meteen af te breken
Ik dreig niet noch vrees uw jaloezieën
Want ik ben slechts een soort bedelaar
En ik maak al uw laster ongeldig
Ik ben slechts een arme anar
Ik ben het lelijke eendje
Meer dient niets tot niets
Het wordt beëindigd, het is het eind
Patrice Faubert (1980) pouète, puète, peuète, paraphysicien, Pat zegt de gast over „hiway.fr“