De Raad van State van Turkije heeft op 2 juli een bijeenkomst gepland om de status van de Hagia Sophia te bespreken. De status van dit symbool van Istanbul kan worden herzien.
In zijn geschiedenis was het, een van de belangrijkste architectonische monumenten van Istanbul, een christelijke tempel en een moskee en sinds 1934 is het een museum. Eerder droeg de Turkse president Recep Tayyip Erdogan de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AK-partij) op de mogelijkheid te onderzoeken om de status van een moskee terug te geven aan de Hagia Sophia. Een dergelijke stap zou de betrekkingen van Turkije met Griekenland verder kunnen verslechteren.
Nu geven de Turkse autoriteiten steeds duidelijkere signalen dat ze klaar zijn om de beslissing van de jaren dertig te heroverwegen. Toentertijd was het land op weg naar een breed gedragen secularisme en dit botst vandaag op de huidige regerende AK-partij, die als vertegenwoordiger van de ‘politieke islam’ wordt gezien. De statusbeoordeling werd hartelijk ondersteund door Recep Tayyip Erdogan’s naaste bondgenoot, het hoofd van de Nationalistische Beweging Partij, Devlet Bahceli. “Als Allah het toelaat, dan zal vanuit de Hagia Sophia niet het geluid van de klokken te horen zijn, maar de azan”.
Op 29 mei bijvoorbeeld, toen de 567e verjaardag van de verovering van Constantinopel door Turkse troepen in Turkije werd gevierd, vestigden de media de aandacht op het feit dat de Soera – Al-Fatihah uit de Koran werd voorgelezen in de Hagia Sophia. Eerder al werden Soera’s van de Koran in de Hagia Sophia voorgelezen en bijna elke keer veroorzaakte dit ontevredenheid bij het Griekse ministerie van Buitenlandse Zaken – het land is in feite de erfgenaam van het gevallen Byzantijnse rijk.
De betrekkingen tussen de twee landen zijn al gespannen vanwege het geschil over de olieproductie voor de kust van Cyprus. Griekenland beschouwt Turkse claims voor olieproductie in het Griekse oostelijk deel van de Middellandse Zee als een provocatie. Op 5 juni zei de Griekse minister van Defensie Nikos Panayotopoulos dat zijn land klaar is voor een militair conflict met Turkije.
Het was op dezelfde dag dat de Turkse krant Hurriyet meldde dat Recep Tayyip Erdogan zijn partij opdroeg de mogelijkheid te bestuderen om de status van de Hagia Sophia te wijzigen tijdens een vergadering van het centrale uitvoerend comité. Van de Hagia Sophia weer een moskee maken, zou deel uitmaken van het campagneprogramma van Erdogan. Waarschijnlijk wacht hij tot de oppositie zijn initiatief bekritiseert en in reactie daarop zal hij hen beschuldigen van het verraden van de nationale waarden. Bovendien kan een dergelijke provocatie voorkomen dat de oppositie zich verenigt en daarentegen opsplitst in een seculiere en een islamistische.
Deze actie beledigt de internationale gemeenschap en kwetst de religieuze gevoelens van christenen over de hele wereld. Voor Turkije zullen de betrekkingen met Griekenland en vele andere landen verslechteren.